In 2007 is bekend geworden dat de meer dan 2700 geurproeven die sinds 1997 zijn uitgevoerd, ongeldig zijn. Politieambtenaren die deze proeven hebben uitgevoerd, hebben zich niet aan de voorschriften gehouden, waardoor er een grote kans op fouten was. Zij hadden zich niet aan de instructie gehouden van 1997 dat de hondenbegeleider niet mocht weten welk van de zeven geurbuisjes van een test het geurbuisje was van de verdachte. Op die manier zou de hondenbegeleider ongemerkt de hond kunnen beinvloeden dat buisje te pakken. Daarover is ook meineed gepleegd omdat zij in de Processen Verbaal wel hadden vermeld dat de hondenbegeleider niet wist welk buisje van de zeven van de verdachte was. Vier van deze hondenbegeleiders zijn door de rechter veroordeeld wegens het valselijk opmaken van Processen Verbaal. Wel mochten ze bij de politie blijven werken!
De geurproef op grond waarvan Ernest Louwes in 2000 tot 12 jaar is veroordeeld, valt onder deze 2700. Een speurhond en zijn begeleider koppelden hem tot twee keer toe aan een mes dat hij nog nooit in handen had gehad. Het Openbaar Ministerie wist bovendien op basis van het onderzoek naar de scheuren in de blouse al dat het nooit het moordwapen geweest kon zijn. Toch werd Ernest Louwes op basis van deze geurproef en het mes in Arnhem veroordeeld.
Ruim 2 jaar na de veroordeling werd tijdens het herzieningsproces bij de Hoge Raad opdracht gegeven het mes nader te onderzoeken. Er werden toen DNA sporen gevonden van twee andere personen, maar niet van het slachtoffer. De Hoge Raad concludeerde dat het mes nooit het moordwapen kon zijn. (Iets wat het Openbaar Ministerie twee jaar daarvoor al wist). En op 1 juli 2003 werd het vonnis van het Hof in Arnhem vernietigd en Louwes vrijgelaten.
In december 2003 werd het hoger beroep tegen Ernest Louwes in Den Bosch overgedaan.